dinsdag 22 januari 2013

Plasklas

In mijn vorige blog schreef ik dat Jorn naar de "plasklas" was geweest. In totaal is hij daar twee keer naartoe geweest. De eerste keer was hij vijf jaar, de tweede keer was hij zes jaar.

Hierbij vertel ik jullie wat meer over onze ervaringen van de plasklas.
De plasklas duurt een ochtend. Meestal zijn er dan drie of vier kinderen. Ze gaan spelen of spelletjes doen, met elkaar of met hun vader/moeder. Ze krijgen telkens limonade te drinken. In totaal moeten ze drie keer op een speciale toilet plassen voor de flow-meting. Dit toilet meet de hoeveelheid dat ze plassen, maar ook de kracht en de soort straal. Als de flow-meting klaar is, wordt er een echo gemaakt van de blaas. Er wordt gekeken of er uitgeplast is en ze meten de dikte van de blaaswand. Aan de dikte van de blaaswand kunnen ze zien hoe hard er geperst moet worden om te plassen. Ook bekijken ze de vorm van de blaas en de verbinding tussen de blaas en de urineleider. Hier is al veel uit te halen.
Verder krijgen de kinderen een filmpje te zien over de zithouding bij het plassen en hoe ze moeten ontspannen en een filmpje over het "poepen". En niet onbelangrijk, als ouders kan je ervaringen uitwisselen.

De eerste keer dat Jorn naar de plasklas ging was voor ons een openbaring. Hier werd duidelijk dat Jorn er niks aan kon doen dat hij veel ongelukjes had. De vorm van de blaas en blaasdikte lieten duidelijk zien dat hij heel hard moest persen om te plassen. Een doorverwijzing naar de uroloog en een operatie was toen ook het vervolg.

De tweede keer was afgelopen voorjaar. Een jaar na de operatie. Het aantal ongelukjes is duidelijk afgenomen (nog een of twee keer per dag) en stabiel. We bespreken het gedrag van kinderen met deze problemen (hierover in een volgende blog meer) en kijken of er getraind kan gaan worden. We besluiten het nog niet te doen. Jorn is nog net te jong en er nog niet aan toe in zijn ontwikkeling.
Deze dag was voor mij heel fijn, omdat er nog twee jongens met hun moeder waren. Deze jongens waren even oud en hadden exact dezelfde problemen. Fijn om ervaringen uit te kunnen wisselen!

De mictiepoli is eigenlijk voor kinderen van zeven tot zeventien jaar. In eerste instantie vond ik dat maar raar, waarom kan een kind van vijf dat niet zindelijk is niet geholpen worden? Tijdens de eerste keer dat wij naar de plasklas gingen was het mij meteen duidelijk. Ze waren met vier kinderen, vijf, zes, zeven en acht jaar oud. Twee jongens en twee meisjes. Jorn was de jongste. Op dat moment zag je het verschil in leeftijd heel duidelijk. Jorn was druk en aan het uitsloven, terwijl de oudere kinderen veel rustiger waren. Hij was duidelijk te jong...

Tot de volgende keer!

donderdag 17 januari 2013

Zindelijk worden is niet altijd vanzelfsprekend

Hallo allemaal,

Zindelijk worden is niet altijd vanzelfsprekend. Dat heb ik persoonlijk ondervonden met mijn oudste zoon Jorn. Jorn is nu zeven jaar en heeft  nog regelmatig ongelukjes overdag en 's nachts. Hij kan er niks aan doen, hij is met een afwijking in zijn urinebuis geboren. Om mij heen heb ik gemerkt dat er veel onbekendheid over is en ook onbegrip. Met mijn blog hoop ik dat ik andere ouders en familieleden van kinderen met hetzelfde probleem kan helpen.

Frustratie, dat is de eerste emotie waar je tegenaan loopt wanneer je kind drie jaar is, bijna naar school gaat, maar nog steeds vaak in zijn broek plast. Neemt hij je in de maling? Wil hij het niet? Dwars? Je weet het niet en dat is frustrerend. Je wordt boos op je kind en je vind dat hij beter zijn best moet doen. Maar het helpt allemaal niet. Op de meeste scholen mag je kind niet komen als hij niet zindelijk is, maar wij hebben het getroffen met onze basisschool. Meerdere reservesets kleding mee in zijn tas. Gelukkig kon hij zichzelf verschonen! Helemaal rooskleurig verliep het natuurlijk niet op school. Zijn juf vond het moeilijk ermee om te gaan, Jorn had dan ook iedere dag zeker twee natte broeken, soms nog meer...

Toen Jorn vijf jaar was begon langzaamaan door te dringen dat er iets niet klopte. Via via hoorden we over een kinderbekkenbodemtherapeut. Zo'n therapeut kan kinderen helpen die niet zindelijk zijn omdat ze moeite hebben met het onder controle houden van hun bekkenbodem. We vonden een goede therapeut in Houten en gingen aan de slag. Thuis veel oefeningen doen en iedere week naar therapie. Helaas, het hielp niet en uiteindelijk verwees zij ons door naar de huisarts. Via de huisarts kwamen we terecht op de mictie-poli (oftewel plas en poep poli) in het ziekenhuis. In principe is die poli voor kinderen van zeven tot zeventien jaar, maar ze wilden zeker naar Jorn kijken. Na een dagje meegedraaid te hebben in de "plasklas" (hierover in een volgende blog meer), bleek er wel degelijk een probleem met zijn blaas te zijn. Hij werd doorverwezen naar de uroloog en een paar weken later lag hij op de operatietafel.

Jorn had veel grote kleppen in zijn urineleider. De uroloog heeft er drie verwijderd (er zaten er meer), maar ook een cyste op de plek waar zijn prostaat zich nog moest gaan vormen. Deze was door de druk die hij moest zetten om te kunnen plassen ontstaan. In zijn blaas zat een hele groot spierbal, het bewijs van het harde persen om te kunnen plassen. Achteraf zijn er vanaf zijn geboorte wel tekenen geweest. Bijvoorbeeld dat hij zeker drie keer op een dag een poepbroek had. Ik dacht aan een goede stoelgang, maar het kwam door het persen; hij poepte mee. Dat is ook de reden dat hij nu ook nog steeds moeite heeft met zijn ontlasting.

We zijn nu bijna twee jaar verder. Het aantal ongelukjes is afgenomen en stabiel. Binnenkort beginnen we met trainen. Hij gaat leren het gevoel dat de aandrang geeft te herkennen. Zijn hersenen en zijn blaas en darmen moeten samen gaan werken. Ik ben benieuwd! Zal een zware tijd voor hem worden...

Hierboven in vogelvlucht mijn verhaal. In mijn volgende blogs wil ik verder ingaan op specifieke onderwerpen en op de wijze van reageren van kinderen met deze problemen.

Vind je dit leuk en interessant om te lezen? Volg me dan!

Groeten, Susan